Wij hebben het verhaaltje van de Bremer stadsmuzikanten gekregen van Duitsland.
De leerlingen van 2b hebben het verhaal gelezen tot op het moment dat de stadsmuzikanten aan het rovershuis kwamen.
Het vervolg werd door hun verzonnen. Hier kan je het vervolg vinden:
"De rovers hebben schrik en gaan naar buiten
Ze komen terug, de dieren verkleden zich als een spook en een beer en jagen de rovers weg.
De dag nadien vertrekken de dieren naar Bremen
Ze komen een jager tegen. Hij schiet naast de dieren maar hij mist. Dieren vinden dat niet leuk en vluchten. De jager achtervolgt de dieren, maar dat ging niet want er kwam een echte beer aan. De jager vlucht van de beer. Van al dat lopen is Bremben korterbij als gedacht… na even lopen komen ze aan in Bremen.
Daar ontmoeten ze Bobbie de eend. Hij leunde triest en uitgeput tegen een boom. Hij was ontslagen uit de dierentuin omdat hij niet meer kan zwemmen. Hij kan wel heel goed zingen. Omdat Bobbie zo goed kan zingen mag hij met de rest van de dieren mee.
Ze gaan samen op pad naar het kasteel van de koning van Bremen. Daar willen ze muziek gaan spelen. Onderweg komen ze een ‘gratis winkel’ tegen. Daar kopen ze mensenmaskers en vermommen ze zich als echte mensen.
Ze komen aan bij het kasteel van koning Lars. Ze bellen aan bij de grote poort. De poort gaat open, maar de muzikanten zien niets want de koning is heel klein. De poes laat zich niet kennen en ziet de koning onmiddellijk.
ZE beginnen allemaal samen hun mooiste deuntjes te zingen. De koning is zo ontroerd dat hij de straatmuzikanten van Bremen tot zijn vaste hofmuzikanten maakt!
Vanaf nu hebben de straatmuzikanten het leventje waar ze altijd van hebben gedroomd, enkel zingen en lekker lui zijn!"